afb.
Hoffmanndruppels helpen Dré Saris op weg naar een carrière van twintig jaar in het doel van BVVAchttien jaar nog maar is Dré Saris als hij op 2 oktober 1938 wordt opgeroepen voor het eerste elftal van BVV. In het zicht van de Tweede Wereldoorlog is het Nederlands leger uit voorzorg in paraatheid gebracht. Ook Piet van der Voort, de eerste doelman van BVV, is gemobiliseerd. ‘Ergens in Nederland.’ Niemand weet wáár, niemand weet of hij in staat is naar Maastricht te komen waar voor BVV de competitiewedstrijd tegen MVV wacht.Daarom gaat Dré Saris mee, vooralsnog als reservedoelman. Vanaf zijn veertiende al heeft hij in de jeugd indruk gemaakt met reflexen, zweefduiken en sprongkracht. ‘Saris, je moet keepen. Daarin ligt je kracht’, houdt trainer Charles Jackson hem dan al voor. Dré Saris (1920-2005) proeft de waardering en kiest voor het doel. Hij moet daarvoor wel zijn plekje opgeven als klarinettist in het muziekkorps van Goulmy en Baar. Ook raadt Jackson hem af verpozing in het vissen te zoeken. ‘Dré, dat vissen maakt je loom.’ Dré Saris krijgt zijn kans, als keeper van het derde elftal, wanneer Jackson het risico te groot acht om ditmaal géén reserve-keeper mee te nemen naar de uitwedstrijd tegen MVV. Meestal acht hij een tweede doelman overbodig. In de trein naar Maastricht merkt Jackson hoe nerveus Saris is nu het menens kan worden in het eerste elftal. Hij oogt bleek, zit er stilletjes en verlegen bij. Als blijkt dat Van der Voort ook niet op eigen houtje naar Zuid-Limburg is kunnen komen, spreekt Jackson in de kleedkamer diens vervanger moed in. Aan een glas water voegt hij enkele druppeltjes toe. Ze moeten de zenuwen wegnemen bij de jonge debutant. Het zijn zogeheten Hoffmanndruppels, een eeuwenoud beproefd middel, een recept van de beroemde Duitse medicus Friedrich Hoffmann (1660-1742), die ook als eerste het verschijnsel koolmonoxidevergiftiging heeft beschreven. De druppels helpen. Dré Saris voelt zich gesterkt. In het doel van BVV etaleert hij zijn kwaliteiten waarmee hij het gelijkspel (1-1) veilig stelt. Een openbaring wordt zijn debuut genoemd. ‘Van hem maak ik een doelman van formaat’, kondigt Jackson aan. Zeven weken later al krijgt Saris het vertrouwen als vaste eerste keus. Van der Voort is dan door de KNVB voor een half jaar geschorst, als enige speler in een affaire waarbij het gehele bestuur in de ban wordt gedaan omdat met ‘onkostenvergoedingen’ voor de spelers de amateurbepalingen zijn overtreden door BVV. Het is het begin van een lange carrière, vanuit de jeugd van BVV. Bijna twintig jaar in het eerste elftal! Aan het eind daarvan neemt Dré Saris tabletten die een heel andere uitwerking krijgen dan bij zijn debuut. Op 2 februari 1958 speelt BVV thuis tegen de latere landskampioen DOS (Utrecht). Drie grove, onbegrijpelijke blunders van Saris brengen de degradatie van BVV uit de Eredivisie dichterbij: 2-4. Onder een striemend fluitconcert druipt de doelman na afloop af. Drie weken later komt Dré Saris in het weekblad Run/Marathon met zijn verklaring: ‘Vlak voor wij aan de warming-up begonnen, presenteerde een bestuurslid mij vier tabletten: „Hier Dré, voor de zenuwen, slik ze maar in. Het zal je goed doen.” Nou mag ik graag bij het opkomen mijn blik over de toeschouwers laten gaan, maar het was nu niet zo scherp als anders. Binnen de twee minuten was het 2-0 voor DOS, door twee blunders van mij. Een beginneling zou zich hiervoor hebben geschaamd. Na de rust gooide ik er nog één stuntelig in eigen doel. En dan zijn er nog lieden langs de lijn die je zo kunnen krenken. Ik neem nooit meer zenuwtabletten.’ Dré Saris beleeft een mooie carrière ondanks een gebrek aan lengte. ‘Keepen is een kwestie van opletten, durven, kijk op de bal en ook een beetje van … geluk”, verklaart Saris in 1943. Dré Saris wordt op 19 juni 1920 geboren op het Hinthamereinde. Hij is de eerste zoon, het tweede kind in een gezin met vier meisjes en drie jongens. Zelf krijgt hij ook zeven kinderen, allemaal zonen, van wie Mari ijshockey-international wordt en Pol het B-team van FC Den Bosch haalt. De vader van Dré Saris is sigarenmaker, het beroep dat ook zijn zoon zal kiezen in de fabrieken van Willem II en Antonio. Als de klad in de Bossche sigarenbranche komt, haalt hij het Middenstandsdiploma en volgt hij de Vakschool voor Volwassen. Nieuw werk vindt Saris als onderhoudsmonteur bij machinefabriek Endra in Oss. Tot medio 1958 blijft Dré Saris vooral dé keeper van BVV. In de periode 1949-1951 speelt hij één interland, acht keer is hij reserve, bovendien regelmatig eerste keus in selectieteams als De Zwaluwen, het Bondselftal of het Nederlands B-team. Tien jaar lang is hij vaste eerste keus in het zuidelijk elftal. De concurrentie van Piet Kraak en Frans de Munck verhindert méér interlands. De erkenning is wel zó groot dat Saris in de stripboeken van Kick Wilstra (een samenvoeging van de top-internationals Kick Smit, Faas Wilkes en Abe Lenstra) opduikt in de naam van Oranjekeeper Kralis (Kraak- Landman en Saris). Vooral met zijn ‘tijgersprongen’ maakt Dré Saris indruk. ‘D’n Dré’ is razend populair. Spraakmakend wordt de gestopte strafschop op 3 april 1949, in de kampioenscompetitie om de landstitel, uit tegen Heerenveen, oog in oog met Abe Lenstra. Tien jaar later is Abe er nog niet over uitgepraat. ‘Dan weer stond Saris niet stil, dan weer liep een BVV’er te vroeg in. Dat werkte nogal op mijn zenuwen. Saris moet naar de hoek zijn gesprongen voordat de bal een omwenteling had gemaakt. Anders zou hij dat keiharde schot nooit hebben gestopt’, zegt Lenstra in 1959 in Het Vrije Volk. Dré Saris blijkt ook bedreven als strafschoppennemer. Op weg naar het kampioenschap in 1948 opent hij in de vijfde competitieronde uit tegen het Limburgse vanaf de stip de score (3-8). Als BVV in het seizoen 1957-1958 al zes keer een penalty heeft gemist, wordt hij op 30 maart 1958 tijdens de thuiswedstrijd tegen MVV naar voren gestuurd. Zijn treffer kan de nederlaag niet meer voorkomen (2-3). Dré Saris is daarmee de eerste van elf keepers die in de in 1956 tot stand gekomen Eredivisie een strafschop weten te benutten. Degradatie uit de Eredivisie kan daarna niet meer worden ontlopen door BVV. Dré Saris is in het laatste seizoen niet langer een automatische eerste keus voor Jackson. Menig keer krijjgt de tien jaar jongere Joep van der Burgt de voorkeur. Na de degradatie zit een nieuw contract er niet meer in op bijna 38-jarige leeftijd. Saris stopt met voetbal, hetgeen ook geldt voor de bijna 37-jarige Kees Krijgh. ‘Is het te aanvaarden dat een speler met een staat van dienst als Krijgh zelfs geen afscheidswedstrijd mag spelen. En is Dré Saris niet op eenzelfde wijze aan de dijk gezet?’, vraagt een briefschrijver in Het Huisgezin. Méér aandacht besteedt de krant niet aan het einde van hun voetballoopbaan. Dré Saris blijft wel als trainer aan het voetbal verbonden, onder meer bij RKJVV en als keeperstrainer bij BVV. Ook Hennie Spierings, oud-doelman van BVV, RKC en FC Den Bosch en bovendien 25-voudig international in het Nederlands Amateurelftal, krijgt les van Dré Saris. ‘Dat was in de jeugd van BVV. Dat betekende heel wat, Dré Saris. Hij had een grote naam, keeperstraining stond nog in de kinderschoenen. Van hem heb ik geleerd hoe je de bal moest raken voor een dropkick, een van zijn specialiteiten’, vertelt Spierings (1946). Tussendoor gaat Dré Saris graag vissen en biljarten, zijn familie kan altijd op hem rekenen. Later krijgt Saris te kampen met slecht zicht. Blind aan een oog, nog maar 20 procent in het andere. Zijn interesse blijft breed, elke zondag zet hij zich voor het tv-scherm om Buitenhof te volgen. Als Dré Saris bij een val van de trap zijn bekken scheurt, wordt zijn wereld kleiner. Opname volgt in verpleegtehuis Oosterhof waar Dré Saris op 14 juni 2005 overlijdt, vijf dagen voor hij 85 jaar zou worden. ‘Hij wilde niet verder. Daar was mijn vader te trots voor’, zegt zijn zoon Hans. | 174 |
Thys Burgerhof e.a., 75 jaar voetbal wel en wee van BVV (1981) 8, 9, 26, 27, 40, 48
A.L. Mees e.a., Gedenkboek B.V.V. 1906-1946 (1946) 101, 103, 118, 120, 122, 135, 152, 175
Henk Mees, De vergeten kampioen : BVV in 1948 (2024) 24, 25, 32, 40, 46, 48, 50, 52, 53, 55, 56, 58, 63, 66, 73, 75, 77, 79, 80, 90, 92, 98, 99, 100, 104, 111, 113, 114, 115, 118, 119, 128, 129, 131, 133, 136, 142, 144, 146, 148, 149, 151, 154, 155, 156, 158, 159, 162, 163, 164, 167, 169, 173, 174-176, 181, 191, 193, 197, 199, 211, 215, 221, 231, 232, 233, 234 (afb. 1, 4), 235, 236, 237, 238
Henk Mees en Piet Lauwen, Olympische sporen in 's-Hertogenbosch (2012) 34